BVD

Wat is BVD?

Het BVD-virus (Bovine Virus Diarree) kan veel schade aanrichten op een melkveebedrijf. Een acute BVD-uitbraak op een melkveebedrijf kan gepaard gaan met de volgende verschijnselen: 

  • Productiedaling. 
  • Ontsteking van de slijmvliezen, wat leidt tot diarree, koorts, speekselen, verminderde eetlust en/of uitdroging. 
  • Abortus en vruchtbaarheidsproblemen.
  • Geboorte van afwijkende en/of zwakke kalveren. 
  • Geboorte van blijvend met BVD-virus geïnfecteerde kalveren (dragers).
  • Algemene weerstandsvermindering, waardoor de koeien bijvoorbeeld gevoeliger zijn voor mastitis of longontsteking. 

De ziekte heeft vaak een sluimerend verloop. Omdat de algemene weerstand aangetast wordt, zijn de verschijnselen vaak weinig specifiek. BVD kan op een melkveebedrijf al snel een schade van €60,- tot €500,- per aanwezige koe veroorzaken!

Hoe verspreidt BVD zich?

Het virus wordt uitgescheiden in alle lichaamsvloeistoffen en mest. De overdracht van het BVD-virus gebeurt meestal via direct diercontact, maar kan ook via mensen of materialen verspreid worden. BVD komt wijd verspreid voor in de Nederlandse veestapel:

  • 60-70% van de koeien heeft afweerstoffen tegen het BVD-virus en zijn dus ooit in contact geweest met het virus. 
  • Op 80-90% van de bedrijven worden dieren met afweerstoffen gevonden. 
  • Op 30-40% van de bedrijven zijn BVD-dragers aanwezig. Dit zijn dieren die continu het virus uitscheiden. Deze dragers spelen een sleutelrol in de verspreiding van het virus over een melkveebedrijf. Dragers ontstaan in de eerste 120 dagen van de dracht doordat de koe in deze periode een infectie met het BVD-virus doormaakt. Het afweersysteem van het kalf is in deze periode nog in ontwikkeling en zal het virus als 'lichaamseigen' gaan zien en continu blijven uitscheiden wanneer het geboren is. 

Waarom moet ik BVD op mijn melkveebedrijf aanpakken?

Het aanpakken van BVD op uw melkveebedrijf heeft meerdere voordelen: 

  • U verhoogt de gezondheidsstatus op uw bedrijf en hebt minder schade door BVD en weerstandsgerelateerde aandoeningen. 
  • Een BVD-vrij Certificaat van de Gezondheidsdienst geeft een meerwaarde bij de verkoop van uw koeien. 
  • Wanneer u BVD aanpakt op uw melkveebedrijf krijgt u aan het einde van het jaar meer punten van Friesland Campina:
    • 10 punten wanneer u vaccineert tegen BVD.
    • 20 punten wanneer uw bedrijf onverdacht is. 
    • 30 punten wanneer u het BVD-vrij Certificaat heeft. 
  • Uw melkveebedrijf blijft onder bewaking staan (door controle van jongvee en bericht bij aanvoer van koeien van een niet-vrij bedrijf) waardoor u tijdig kunt ingrijpen wanneer er een infectie met BVD voordoet.
  • Wanneer u uw koeien vaccineert tegen BVD voorkomt u dat er nieuwe dragers worden geboren. 

In drie stappen uw bedrijf vrij van BVD!

Stap 1 BVD Quickscan: Bepaal de BVD-situatie op uw bedrijf

Met de BVD Quickscan krijgt u snel een beeld van de BVD-situatie op uw melkveebedrijf. De check bestaat uit drie onderdelen: 

  • Tankmelkonderzoek op BVD-virus: zo weet u of er BVD-dragers aanwezig zijn onder uw melkgevende koeien. 
  • Tankmelkonderzoek op BVD-antistoffen: zo weet u of er koeien met antistoffen in uw koppel melkvee aanwezig zijn en dus of uw melkkoeien nu of in het verleden in aanraking zijn gekomen met het BVD-virus. 
  • Bloedonderzoek op BVD-antistoffen bij vijf stuks jongvee tussen 8 en 12 maanden oud: zo weet u of het BVD-virus een rol speelt bij uw jongvee. 

Neem contact op met de praktijk als een BVD Quickscan wil laten uitvoeren of benieuwd bent naar de kosten hiervan

Stap 2  BVD-virus vrij: Uw bedrijf vrij maken van BVD

Vrij worden van BVD kan alleen door de BVD-dragers op uw bedrijf op te sporen en af te voeren. Deze dragers zorgen er immers voor dat het virus op uw bedrijf blijft circuleren. 

  • Het virus-vrij maken van uw bedrijf start met het tankmelkonderzoek (indien de quickscan, binnen twee maanden voor de intake van het BVD-virusvrij maken van uw bedrijf gedaan is, hoeft het tankmelkonderzoek niet herhaald te worden, tenzij er dieren toegevoegd zijn aan de melkkoeien (pas afgekalfd)) en bloedonderzoek op virus van de dieren die ouder zijn dan een maand en waarvan geen melk in de tank zit. Had u BVD-virus in de tank tijdens de quickscan, dan nemen we van alle dieren een bloedmonster. 
  • Alle dieren waarbij BVD-virus is aangetoond, en die dus drager zijn, worden afgevoerd. 
  • Vervolgens nemen we 10 maanden lang van alle kalveren, die aangehouden worden, een bloedmonster die wordt onderzocht op BVD-virus. Uit koeien die in het begin van de dracht het virus tegenkomen kunnen namelijk nog dragerkalveren geboren worden. Het nemen van bloedmonsters kan gecombineerd worden met het onthoornen. U kunt er ook voor kiezen zelf oorbiopten te nemen en te laten onderzoeken op BVD-virus. 
  • Als er 10 maanden lang geen dragers gevonden worden ontvangt u het BVD-vrij certificaat. 
  • De virusvrij-status wordt bewaakt via:
    • Een halfjaarlijkse steekproef waarbij 5 stuks jongvee in de leeftijd van 8 t/m 12 maanden worden onderzocht op BVD-antistoffen in het bloed óf
    • Onderzoek van alle aangehouden kalveren op BVD-virus (via bloed of oorbiopten). 

Stap 3  BVD-vaccinatie: Bescherm uw bedrijf tegen BVD!

Het BVD-virus-vrij certificaat beschermt uw koeien niet tegen het BVD-virus. Om uw koeien te beschermen tegen BVD kunnen ze gevaccineerd worden. U voorkomt hiermee dat er dragerkalveren worden geboren en dat uw koeien ziek worden van het BVD-virus. Wanneer u uw koeien niet vaccineert tegen BVD, zijn ze ook extra gevoelig voor het BVD-virus omdat ze geen afweerstoffen hebben. Met de vaccinatie zorgt u er voor dat uw koeien afweerstoffen hebben en dat, wanneer ze het BVD-virus tegenkomen, dit snel zelf met hun antistoffen onschadelijk kunnen maken. 

Alle dieren die ouder zijn dan 8 maanden kunnen gevaccineerd worden. De vaccinatie bestaat uit een basisvaccinatie en een herhalingsvaccinatie. De basisvaccinatie zijn twee vaccinaties met een interval van 4 weken. De herhalingsvaccinatie is een enkelvoudige vaccinatie om de 6 maanden. De basisvaccinatie moet minimaal 4 weken voor de inseminatie voldaan zijn voor een goede bescherming van het vruchtje.