Mastitis

Veruit de meeste antibiotica in de melkveehouderij wordt toegepast voor de behandeling van uierontstekingen. Deze mastitis kan zowel subklinisch (wel hoog celgetal/geen afwijkende melk/geen zieke koe) als klinisch (zieke koe/vlokken in of waterige melk) voorkomen en kan veroorzaakt worden door bacteriën, gisten en schimmels. De bacteriën kunnen vervolgens  opgedeeld worden in twee groepen, koegebonden en omgevingsgebonden kiemen.

Koegebonden bacteriën

Koegebonden bacteriën zitten in het uierweefsel en kunnen zich (onder meer) verspreiden via het melkstel, tepeldoeken en handen van de melker. Ze zijn vaak de oorzak van een verhoogd celgetal. Tot de koegebonden bacteriën behoren: Streptococcus agalactiae (SAG); Staphylococcus aureus (SAU) en de Coagulase negatieve staphylococcen (CNS).

Omgevingsgebonden bacteriën

Omgevingsgebonden bacteriën komen overal in de omgeving van de koe voor (bijv. op de ligbedden, op de roosters, in het zaagsel etc.) en hebben de koe niet nodig om te overleven en te vermeerderen. Wanneer ze via het slotgat in een kwartier terechtkomen, zorgen ze wel voor een infectie. Belangrijkste omgevingsgebonden kiemen zijn Escherichia coli (ECO), Klebsiella (KLEB) en  Streptococcus uberis (SUB).

Diagnostiek

Om een goede indruk van de uiergezondheid te krijgen wordt er onder andere gebruik gemaakt van de gegevens van de MPR (Melk Productie Registratie), zoals de attenties en de droogstandsevaluatie. Ook wordt er op een steeds grotere schaal gebruik gemaakt van GD Tankmelkonderzoek en worden op de praktijk worden dagelijks melkmonsters aangeboden voor bacteriologisch onderzoek. Deze monster kunnen zowel van klinisch en subklinische dieren afkomstig zijn. Wanneer wij een bacterie kweken uit de door u gebracht melk, kunnen we ook onderzoeken voor welke antibiotica deze bacterie gevoelig is. Hierdoor kunt u de koe met de juiste antibiotica behandelen. Ook voor het voorkomen van mastitis is het belangrijk te weten welke kiemen een rol spelen op uw bedrijf. Aan de hand hiervan kan er een gericht plan van aanpak opgesteld worden samen met uw dierenarts. 

Preventieve maatregelen

Wanneer een bedrijf problemen heeft met de uiergezondheid zal er samen met de dierenarts een plan van aanpak worden opgesteld. Om meer grip op de problemen te krijgen zal er naast een data-analyse ook een inventarisatie op het bedrijf zelf gedaan worden. Onder andere melkmachine en – techniek, de juiste behandeling, infectiedruk en weerstand kunnen hier deel van uit maken.

In het geval van E.coli of Staphylococcus aureus mastitis kunnen dieren gevaccineerd worden met Startvac. 

Wilt u gericht aan de slag met mastitis op uw bedrijf? Neem dan contact op met de praktijk en/of uw dierenarts.